- Gegevens
- Hoofdcategorie: Heis Archief
- Categorie: Heise Indiëgangers
Heise jongens in Nederlands-Indië
In 2023 is het 75 jaar geleden dat 21 Heise dienstplichtige militairen uitgezonden waren naar een ver en vrijwel onbekend land aan de andere kant van de wereld: Nederlands-Indië, ook wel Oost-Indië en na de onafhankelijkheid Indonesië genoemd. In het vervolg zullen we voor de leesbaarheid alleen de naam Indië gebruiken. Hieronder de namen van de 21 soldaten en hun adres bij uitzending.
01 |
Janus v. Asseldonk |
Pater Visserslaan 16 |
12 |
Theo van der Rijt |
Zandkuilen 1 |
02 |
Leonard Bekkers |
Voorhei 9 |
13 |
Jan van de Velden |
Voorhei 10 |
03 |
Grard v. Duijnhoven |
Duifhuizerweg 10 |
14 |
Wim v.d. Ven |
Hintelstraat 12 |
04 |
Wim van Esch |
Udenseweg 12 |
15 |
Piet Verhoeven |
Bolstweg 21 |
05 |
Harrie van Goor |
Kruisstraat 2 |
16 |
Jan Verkuylen |
Het Wuiten 10 |
06 |
Jan van Hoof |
Bolstweg 3 |
17 |
Piet van de Wetering |
Torenweg 1 |
07 |
Piet van Hoof |
Bolstweg 3 |
18 |
Piet Willems |
Krekelshofstraat 15 |
08 |
Harrie van Kleef |
Hintelstraat 8 |
19 |
Wim Willems |
Krekelshofstraat 15 |
09 |
Jas van Lieshout |
Goordonksedijk 4 |
20 |
Has van der Wijst |
Otterweide 7 |
10 |
Harrie de Mol |
Past. v. Haarenstr. 26 (X) |
21 |
Marius Zwinkels |
Past. v. Haarenstr. 45 (X) |
11 |
Cor Peters |
Ericastraat 4 |
(X) pand afgebroken. |
De Heise jongens zijn vrijwel allemaal in 1950 naar huis teruggekeerd. Alleen Grard van Duijnhoven maakte van de mogelijkheid gebruik om vanuit Indië naar Nieuw-Zeeland te emigreren. Voordat we over de Heise jongens in Indië verdergaan, eerst wat informatie over Indië en wat de reden was van het uitzenden van militairen naar Indië.
‘Ons Indië’
Indië, 46 maal zo groot als Nederland, bestond uit duizenden eilanden waarvan er 6000 bewoond waren. Sinds 1596, toen de Verenigde Oostindische Compagnie met zijn koopvaardijschepen aanmeerde, was Indië een Nederlandse kolonie en economisch gezien van groot belang. Koffie, suiker, specerijen, tin en later olie brachten Nederland grote rijkdom. Dit ging ten koste ging van de belangen van de lokale bevoking en aan het begin van de 20e eeuw groeide het nationalisme onder de Indische bevoking en daarmee ook het streven naar onafhankelijkheid.
Vanaf maart 1942 werd Nederlands-Indië bezet door Japan. Duizenden Nederlandse en Indisch-Nederlandse mannen werden gevangen genomen en ingezet bij de aanleg van de Birmaspoorweg. Door de barre werkomstandigheden overleefde slechts een klein aantal van hen de krijgsgevangenschap.
Vrouwen en kinderen van Nederlandse of Indisch-Nederlandse afkomst werden geïnterneerd in zogenaamde ‘Jappenkampen’, waar de honger, ziekte en terreur aan de orde van de dag waren.
Intussen werd door de Nederlandse regering in Londen anders tegen Indië als kolonie aangekeken. In een radiotoespraak op 7 december 1942 deed koningin Wilhelmina voor het eerst toezeggingen over meer zelfstandigheid voor de Nederlandse kolonie.
Streven naar onafhankelijkheid
Na de capitulatie van Japan op 15 augustus 1945, laaide het streven naar onafhankelijkheid in Indië weer op. Twee dagen na de Japanse capitulatie, op 17 augustus 1945, riepen Soekarno en Hatta eenzijdig de ‘Republik Indonesia’ uit.
Dit was voor de toenmalige Nederla ndse regering onaanvaardbaar. Nederland had de grondstoffen uit Indië hard nodig voor haar eigen wederopbouw. De toezeggingen van koningin Wilhelmina uit 1942 leken vergeten en er werden al in 1944 vrijwillgers geworven om het gezag van Nederland in Indië te herstellen. Deze vrijwilligers vertrokken vol idealisme naar Indië om de door Soekarno bezette gebieden te heroveren, maar van dat idealisme bleef weinig over. In eerste instantie werden ze niet toegelaten tot Indië door de geallieerde troepen die tijdelijk het gezag van de Japanners hadden overgenomen. Pas in 1946 mochten de vrijwilligers voet aan land zetten, maar een groot gedeelte van de bevolking zag hen niet als bevrijder, maar als een nieuwe bezetter.
Ook Johannes (Jan) Verheijen uit Mariaheide meldde zich aan als vrijwiliger.
Hij vertrok in 1945 richting Indië om daar een administratieve functie bij de marine te vervullen. Zijn verloofde volgde hem later en in 1952 trouwden zij in Indonesië. Na de geboorte van hun zoon in 1953 kwamen ze terug naar Nederland, waar nog een dochter werd geboren. Jan Verheijen overleed in 1967 op 44-jarige leeftijd in Den Bosch.
Politionele acties
In totaal zijn 200.000 militairen ingezet tijdens de politionele acties, zoals de oorlog tegen de onafhankelijkheidsstrijders van de ‘Republik Indonesia’ werd genoemd. Er werden KNIL-militairen en vrijwilligers ingezet, maar vanaf 1946 ook Nederlandse dienstplichtigen. Zij belandden in een onbekende omgeving in een oorlog die niet te winnen was. “We werden achter de dorskast weggehaald en drie maanden later naar Indië overgebracht,” vertelde één van de veteranen later. De meesten van deze jongens waren nog nooit in het buitenland geweest. Ook voor de achterblijvende familieleden, vooral de ouders, was de uitzending van hun zonen een verschrikking. Het inzetten van de jonge dienstplichtigen zorgde in Nederland voor verdeeldheid en weerstand. Er waren verschillende protestdemonstraties tegen de uitzending.
De politionele acties kostten aan ruim 6200 militairen het leven, waaronder vijf Veghelaren, zoals Hendrikus (Driek) Raaijmakers van ’t Ven, overleden op 14 maart 1949 in Semarang op Java. Driek was een broer van Harrie Raaijmakers en Mien Aarts-Raaijmakers. Het overlijden van Driek Raaijmakers had ook grote impact in Mariaheide. De oorlog in Indië kwam zo wel dichtbij.
Er zijn door Nederland twee politionele acties uitgevoerd. De eerste van 21 juli 1947 tot 5 augustus 1947 en de tweede van 19 december 1948 tot 5 januari 1949. De bedoeling daarvan was de door Soekarno bezette gebieden te heroveren en het Nederlandse gezag in Indië te herstellen. De gevechten van het Nederlandse leger en het KNIL vonden voornamelijk plaats op Borneo, Celebes, Java en Sumatra. Beide acties hadden niet het gewenste resultaat en de tegenstand van de onafhankelijkheidsstrijders werd steeds heviger. Ook de internationale druk op Nederland om zijn kolonie op te geven, nam toe en dat leidde tot de soevereiniteitsoverdracht aan de ‘Republik Indonesia’ op 27 december 1949
Heise jongens in Indië
Er werden dus vanaf 1946 duizenden Nederlandse dienstplichtigen naar Indië verscheept om aan de politionele acties deel te nemen. Het lukte echter niet om het Nederlandse gezag in Indië te herstellen en eind 1949 vond de soevereiniteitsoverdracht aan de nieuwe ‘Republiek Indonesia’ plaats.
De dienstplichtigen werden in 1950. teruggehaald naar Nederland. Ook de Nederlandse (beroeps) KNIL-militairen keerden vanaf 1951 naar Nederland terug. De Indonesische KNIL-militairen werden opgenomen in het Indonesische leger, dat gold echter niet voor de Molukse KNIL-ers. Op de Molukken was de Republik Maluka Selantan (RMS) uitgeroepen die niet door de Indonesische regering werd erkend. De terugkerende KNIL-militairen zouden zich kunnen aansluiten bij het RMS-leger. Op dienstbevel werden de Molukse militairen met hun gezin naar Nederland verscheept. Hun verblijf zou tijdelijk zijn, maar de meesten vestigden zich voorgoed in Nederland. Het gebrek aan steun van de Nederlandse regering voor de RMS leidde tot veel onvrede bij de tweede generatie Molukkers. Het gevolg was een groot aantal gewelddadige acties waarvan de treinkapingen bij Wijster en De Punt in de jaren 70 het dieptepunt vormen.
Zoals we eerder aangaven zijn er 21 Heise jongens opgeroepen om hun militaire dienstplicht in Indië te vervullen. Voor zover we over een foto en informatie beschikken, zullen we hieronder deze 21 jongens benoemen.
Janus van Asseldonk
Janus van Asseldonk, geboren op 26 september 1927, als tweede zoon in een gezin van twaalf kinderen. Bij zijn vertrek naar Indië woonde Janus op Pater Visserslaan 16. Hij vertrok op 30 december 1947 naar Indië met de Nieuw Holland en werd gestationeerd op Java. Na 29 maanden keerde hij op 9 mei 1950 met de Zilverkruis terug naar Nederland.
Tijdens zijn verblijf in Indië schreef Janus regelmatig naar zijn moeder dat daar alles goed ging. Echter in de brieven aan zijn vriendin, Riek Hagelaars, schreef hij dat het zwaar en gevaarlijk was. Zo was hij een keer met elf mannen op patrouille en keerde slechts met drie mannen terug.
Na terugkeer in Nederland had Janus soms nog last van zijn verblijf in Indië. Enige tijd na zijn thuiskomst was hij samen met zijn broer Frans op het veld aan het werken, toen er een harde knal klonk. Janus dook de sloot in. De knal bleek afkomstig van een schot van een jager.
Na zijn huwelijk met Riek Hagelaars emigreerde Janus naar Canada en begon daar een landbouwbedrijf. Janus is in 1996 overleden in Canada.
Leonard Bekkers.
In 2004 hadden Annemarie en Gerard van Asseldonk een interview met Leonard Bekkers, verder in dit artikel Lenard genoemd. In dit interview kwam ook zijn verblijf als militair in Indië ter sprake.
Lenard is op 3 juni 1947 vertrokken met de Tabinta naar Oost Java. Hij was ingedeeld bij het Garde Regiment Prinses Irene en is drie jaar in Indië geweest. Het was een hele intensieve en gevaarlijke tijd. Vooral tijdens de politionele acties. Lenard heeft daar veel gezien en meegemaakt. Van zijn bataljon van 800 man zijn 47 jongens omgekomen en 200 gewond geraakt. Deze vielen met name door de drukmijnen en trekbommen langs de weg. Toch was het ook een hele goede tijd. Lenard heeft ook in Nederland altijd contact gehouden met een aantal jongens waarmee hij daar zijn dienstplicht heeft vervuld. Toen hij in februari 1950 terug naar huis ging, vond Lenard het moeilijker om afscheid te nemen van de mensen met wie hij in Indië veel had samengewerkt, dan drie jaar eerder van zijn familie.
Op 27 maart 1950, de dag dat hij thuis kwam, was het hele huis en de voortuin versierd en kon hij zijn vriendin Jans Kanters en zijn familie weer omhelzen.
Bij het inleveren van zijn spullen in Nederland, bleek dat hij wat hemdjes en onderbroeken kwijt was. Dat klopte, Lenard had die in Indië geruild tegen dingen die hij echt hard nodig had. Defensie heeft toen geld van zijn loon ingehouden als vergoeding voor de spullen die weg waren.
Lenard wilde altijd nog eens terug naar Indië, maar daar is niets meer van gekomen. Lenard overleed in 2010.
Grard van Duijnhoven
Grard van Duijnhoven, geboren op 17 december 1927, op Duifhuizerweg 10. Hij was de tweede zoon in een gezin van elf kinderen.
Grard zou op 25 augustus 1947 vertrekken naar Indië, maar omdat er problemen waren met de boot, vertrok hij op 28 augustus. In die tussentijd had hij nog kans gezien even snel naar huis te gaan.
Op Java was hij als ambulance-chauffeur belast met het vervoer van gewonde militairen.
Toen zijn diensttijd in Indonesië erop zat, maakte Grard gebruik van de mogelijkheid om naar Nieuw-Zeeland te emigreren. Uiteraard een grote teleurstelling voor het thuisfront. In Nieuw-Zeeland werkte Grard eerst als boerenknecht en had hij later een eigen boerenbedrijf. Grard overleed in 2013 in Nieuw-Zeeland.
Wim van Esch
Wim van Esch, geboren op 29 mei 1925 in Gemonde, was de oudste zoon in een gezin van acht kinderen. In mei 1944 verhuisde het gezin Van Esch van Schijndel naar een boerderij aan het huidige adres Udenseweg 12. Op 22 september van datzelfde jaar werd deze boerderij bij de bevrijding van Veghel in brand geschoten en moest het gezin in een noodwoning gaan wonen.
Op 12 november 1946 werd Wim opgeroepen voor militaire dienst om op 20 juli 1947 als diensplichtige met de Zuiderkruis naar Java te vertrekken, waar hij truckchauffeur werd. Op 9 mei 1949, zes maanden voordat Wim naar huis rerugkeerde, overleed zijn moeder op 50-jarige leeftijd.
Na zijn huwelijk met Thea Groenendaal is Wim in Gemonde een landbouwbedrijf begonnen. Wim van Esch is in 1982 overleden.
Harrie van Goor
Harrie van Goor, geboren op 1 februari 1926, aan de huidige Kruisstraat 2. Op 10 mei 1947 vertrokken naar Sumatra met de Johan van Oldenbarnevelt. Harrie was vrachtwagenchauffeur in Indië en heeft er ook spannende momenten meegemaakt. Hij raakte gewond aan zijn hand waardoor hij in het hospitaal terechtkwam.
Harrie is in 2002 overleden.
Piet en Jan van Hoof
Zij zijn respectievelijk geboren op 13 april 1926 en op 5 april 1927 op de Bolstweg 3.
Piet van Hoof is op 20 juni 1947 met de Sloterdijk vertrokken naar Java.
Op 24 november 1948 heeft Piet een brief geschreven aan pastoor Sanders waarin hij o.a. schrijft dat het redelijk goed met hem gaat. Ze moeten veel wacht- en patrouilles lopen in de bergen. “We zitten 500 meter van de demarcatielijn en worden regelmatig lastiggevallen en beschoten. Maar gelukkig is toch alles goed afgelopen. Het eten, dat gaat wel, maar het kon beter.”
Op 24 februari 1950 is Piet met de Pasteur teruggekeerd naar Nederland. Hij overleed in 1988.
Op 26 mei 1950 keerde Jan terug naar Nederland met de Generaal Sturgis. Jan van Hoof is in 1997 overleden.
Harrie van Kleef
Harrie van Kleef werd geboren op 4 januari 1927 op de Hintelstraat 8.
Op 2 juli 1947 werd Harrie opgeroepen voor militaire dienst en op 28 februari 1948 vertrok hij met de Volendam naar Sumatra.
Harrie was van beroep verpleegkundige en is als zodanig ook in Nederlands-Indië werkzaam geweest. Hij heeft niet actief aan de strijd deelgenomen, maar had daar als verpleegkundige wel een intensieve en drukke tijd. Hij heeft daarover later vrijwel nooit iets verteld.
Op 26 mei 1950 is Harrie teruggekeerd met General S.D. Sturgis.
Harrie is in 2015 overleden.
Jas van Lieshout
Jas van Lieshout is geboren op 13 april 1925 aan de Wethouder Donkersweg 2 en bij vertrek naar Nederlands-Indië woonde hij op Goordonksedijk 4. In juli 1946 werd Jas opgeroepen voor militaire dienst en in november 1946 werd hij verscheept naar Java. Voor zover bekend is hij daar niet betrokken geweest bij gevechtsacties. Op 19 juni 1949 is Jas teruggekeerd naar Nederland met de Kota Inten, een omgebouwd vrachtschip.
Na zijn diensttijd meldde Jas zich min of meer verplicht aan voor hulp bij zijn terugkeer in de Nederlandse maatschappij. Jas was niet tevreden over de geboden hulp en dat leidde ertoe dat hij zich afkeerde van het katholieke geloof. Zijn tijd in Nederlands-Indië heeft de rest van zijn leven impact gehad op Jas. Toen hij later een oude dienstmaat ontmoette, werd dat een emotionele gebeurtenis. Jas van Lieshout overleed in 1996.
Harrie de Mol
Harrie de Mol is geboren op 27 januari 1928 aan de Pastoor van Haarenstraat 26. In september 1948 werd Harrie opgeroepen voor militaire dienst bij de ‘Huzaren van Boreel’ in Amersfoort.
Op 25 maart 1949 vertrok hij met de Volendam naar Java.
Harrie had toen al verkering met Jaantje van Os, die zich nog een versje uit die tijd herinnert.
Op 7 maart 1950 is Harrie teruggekeerd met General C.C. Ballou. Bijna vijftig jaar later is hij samen met Jaantje en dochter Ine nog eens terug geweest in Indonesië. Harrie is in 2000 overleden.
Cor Peters
Cor Peters werd geboren op 7 september 1927 in het spoorwachtershuis aan de Hintel en woonde later op het adres Ericastraat 4. Hij was het derde kind uit een gezin van veertien kinderen.Op 2 juli 1947 werd Cor opgeroepen voor militaire dienst en op 28 februari 1948 vertrok hij, tegelijk met Harrie van Kleef, met de Volendam naar Sumatra.
Op 26 mei 1950 is Cor teruggekeerd met de General S.D. Sturgis. Hij overleed in 2018.
Theo van der Rijt
Theo van der Rijt werd geboren 26 juni 1926 in Uden, maar verhuist in 1931 naar de Zandkuilen 1. Hij was de oudste van de negen kinderen van Bert en Cisca van der Rijt. Op 7 november 1946 werd Theo opgeroepen voor militaire dienst en op 14 februari 1947 is hij met de Kota Baroe vertrokken naar Sumatra. Zijn ervaringen in Indië waren dermate traumatisch, dat hij nooit aan het land herinnerd wilde worden. Reden om zijn leven lang geen rijst te eten.
Op 23 maart 1950 is Theo teruggekeerd met de Volendam. Theo is in 2003 overleden
Jan van der Velden
Jan van der Velden is geboren op 11 november 1927 in Veghel. In 1946 verhuisde het gezin van Toontje en Mieke van der Velden naar de Voorhei 10. Op 6 juli 1947 werd Jan opgeroepen voor militaire dienst en 28 februari 1948 vertrok hij met de Volendam naar Sumatra. Later werd hij naar Java overgeplaatst.
Op 26 mei 1950 is Jan teruggekeerd met General S.D. Sturgis. Na zijn diensttijd ging Jan naar de Rijkswerkplaats in Den Bosch en heeft daar de opleiding tot lasser gevolgd. Daarna heeft hij enkele jaren bij het toen nog jonge bedrijf Van der Lande in Veghel gewerkt.
In 1959 emigreerde Jan met zijn vrouw Petronella van Sleeuwen naar Australië, waar hij in 2022 overleed.
Wim van de Ven
Wim van de Ven is geboren op 21 juli 1927 aan de Hintelstraat 12. Hij was de oudste zoon van zes kinderen in het gezin van Ties en Jaan van de Ven.
Op 3 juli 1947 werd Wim opgeroepen voor militaire dienst en op 30 januari 1948 vertrokken met de Nieuw Holland naar Java. Wim was ingedeeld bij het Regiment Infanterie “De Zwarte Panters” in Maastricht. Dit regiment was in 1947 speciaal opgericht om in Indië orde op zaken te stellen. Op 9 mei 1950 is Wim teruggekeerd met de Zuiderkruis.
Ook Wim sprak weinig over zijn tijd in Nederlands-Indië. Wel heeft hij eens verteld dat ze achter in een open vrachtwagen zaten, toen er plotseling geschoten werd waarbij één van de soldaten in de vrachtwagen dodelijk werd getroffen. Wim had na zijn diensttijd veel last van nachtmerries. Soms hoorde Wim ‘s nachts een harde knal en zat dan rechtop in zijn bed. Die knal kwam dan vanuit een kersenboomgaard om de spreeuwen te verjagen.
Wim is in 1989 overleden.
Piet Verhoeven
Piet Verhoeven werd geboren op 12 juli 1925 aan de Bolstweg 21. Op 1 juli 1946 werd Piet opgeroepen voor militaire dienst en op 15 oktober 1946 is hij vertrokken met Kota Baroe naar Celebes. Later kwam hij op Java terecht.
Twintig jaar na zijn terugkeer kreeg Piet een bult op zijn pols, waar hij veel last van had. Foto’s wezen uit dat de pols ooit gebroken was geweest. Hij had het opgelopen tijdens een gevecht in Indië, waarbij één van zijn dienstmaten sneuvelde. De moeder van Piet stierf in 1948 tijdens zijn verblijf in Indië. Hij vond het verschrikkelijk dat hij pas na zes weken daarvan op de hoogte werd gebracht. Op 9 januari 1950 is Piet teruggekeerd met de Grote Beer. Piet overleed in 1990.
Jan Verkuylen
Jan Verkuylen is geboren op 4 augustus 1926 in Schijndel en woonde later op Gemzeweide 2 en Het Wuiten 3.
Op 1 oktober 1946 werd Jan opgeroepen voor militaire dienst en op 5 februari 1947 vertrok hij met de Johan van Oldebarnevelt naar Java.
Jan heeft later heel weinig verteld over zijn diensttijd. Het is ook niet bekend of hij in zijn verdere leven nog last heeft gehad van zijn tijd in Nederlands-Indië. Het enige dat zijn familie aan hem merkte was dat hij weleens stil voor zich uit zat te staren.
Vanuit Java schreef Jan veel brieven aan zijn vriendin. Daaruit bleek dat hij gewond was geraakt door een granaatontploffing. Het heeft lang geduurd voordat alle wonden van de granaatscherven genezen waren.
Op 9 januari 1950 is Jan met de Zuiderkruis teruggekeerd naar Nederland. Later trouwde hij met Leonarda Vogels en verhuisde naar Son. Hij vond een baan bij Philips. Jan is in 1989 op 62-jarige leeftijd overleden.
Piet van de Wetering
Piet van de Wetering is geboren op 3 mei 1927 op de Torenweg 1 op Duifhuis.
Op 4 mei 1947 werd hij opgeroepen voor militaire dienst, waarna hij op 30 oktober 1947 met de Nieuw Holland naar Bali vertrok.Piet is de enige Heise jongen die op Bali gestationeerd werd, waar hij bij de mijnopruimingsdienst was ingedeeld.Op 10 mei 1950 keerde Piet terug naar Nederland met de boot Nelly.
Piet is in 1990 overleden.
Piet Willems
Piet Willems is geboren op 12 februari 1926 op de Krekelshofstraat 15.
Op 2 juli 1947 werd Piet opgeroepen voor militaire dienst en op 28 januari 1948 vertrok hij met de Grote Beer naar Sumatra.
Piet Willems heeft tijdens zijn verblijf in Indië een zeer uitgebreid dagboek bijgehouden. Dit dagboek is meer dan vijftig jaar later door Piet meegegeven aan familie uit Nederland, die hem in Canada bezocht. Het Hei’s Archief, heeft daarvan een kopie gekregen. Het originele exemplaar is overgedragen aan het Nederlands Instituut voor Militaire Historie (NIMH).
Op 18 februari 1948 gaat Piet met een deel van de opvarenden in Sabang van boord. “Dezelfde avond mogen we gaan passagieren. Voor het eerst pisang gegeten en klapperwater gedronken. Twee dagen later naar ons kamp gebracht. Prachtig gelegen, 150 meter van zee, rondom in de klappers (kokosbomen).”
In de beginperiode is alles nog rustig en is er naast het bewaken van het kamp en patrouilleren in de omgeving, tijd voor sport. Buiten het kamp heerst altijd spanning. De militairen komen de vijandelijke soldaten, die ze ‘ploppers’ noemen, op de meest onvoorspelbare momenten en plaatsen in de jungle tegen. Zo staat Piet een keer met enkele maten ’s nachts op wacht als zij op een tiental meters voor hen plotseling onverklaarbare geluiden horen. Ze openen het vuur in de richting waarvan de geluiden komen. Wanneer ze later voorzichtig gaan kijken, blijkt er onder de kokosbomen een hutje te staan met een zinken dak. In de kokosbomen zitten enkele apen. Waarschijnlijk hebben die ’s nachts enkele kokosnoten laten vallen.
Intussen worden veel troepen en munitie vanuit Nederland aangevoerd. In december krijgt het legeronderdeel van Piet versterking en op 22 december 1948 begint voor hen de tweede politionele actie. Ze moeten dag en nacht over vrijwel onbegaanbaar terrein lopen. ”De dorst was soms zo erg dat we ten einde raad rivierwater dronken met en zonder zuiveringstabletten”. Aangevoerde fourage, medicijnen en munitie worden door Dakota-vliegtuigen uitgeworpen en het is telkens weer een uitdaging om deze zo snel mogelijk veilig te stellen. Soms moeten ze een opvallend kleed of iets dergelijks op de grond leggen, zodat de bemanning van de Dakota’s kan zien waar zij de spullen moeten droppen. Soms lukken de droppings niet en zijn de ‘ploppers’ hen te snel af. Dan moeten de militairen het dagen zonder fourage doen. Om toch iets te eten te hebben, worden wilde varkens of kippen doodgeschoten en opgegeten.
Het dieptepunt tijdens deze politionele actie is voor Piet op 7 mei 1949: “Convooi zwaar beschoten, van 3 kanten vuur. Ploppers gaven zich uit voor hulptroepen. Drie doden en twee zwaargewonden.” Piet verliest in de periode dat hij in Indië is geweest twaalf strijdmakkers.
Na de tweede politionele actie wordt het rustiger in het gebied en is er weer vrije tijd. Dat leidt ertoe dat Piet In december 1949 in Medan zes dagen licht arrest van de Militaire Politie krijgt, omdat hij met opgestroopte mouwen in de stad heeft rondgelopen.
Nadat op 27 december 1949 de soevereiniteitsoverdracht heeft plaatsgevonden, wordt alles in gereedheid gebracht om naar Nederland terug te keren. Daar gaat enige tijd overheen. De militairen hebben nu genoeg gelegenheid voor recreatie en sport.
Op 15 mei 1950 is Piet teruggekeerd met de Tabinta. Thuisgekomen werd Piet hartelijk ontvangen door zijn vriendin Riek van de Crommert die hij drie jaar had moeten missen. Zij hadden wel een intensieve briefwisseling gehad. Na hun huwelijk zijn Piet en Riek naar Canada geëmigreerd. Piet is in 2022 in Canada overleden.
Wim Willems
Wim Willems, de oudere broer van Piet Willems, is geboren op 6 december 1926.
Op 8 november 1946 werd Wim opgeroepen voor militaire dienst. Op 25 april 1947 werd hij verscheept naar Java met de Bossevain.
Wim heeft niet aan gevechten hoeven deel te nemen en is altijd op het vliegveld van Batavia gestationeerd geweest. Op 5 april 1950 is Wim teruggekeerd met de Fair Sea.
Na enkele jaren hier als timmerman gewerkt te hebben, is Wim naar Canada geëmigreerd. Daar is hij in 2021 overleden.
Has van der Wijst
Has van der Wijst is geboren op 6 januari 1926 op het huidige adres Otterweide 7 in Veghel. Op 2 juli 1947 werd Has opgeroepen voor de militaire dienst en hij vertrok op 28 februari 1948 met de Volendam naar Sumatra. Op 26 mei 1950 is Has teruggekeerd met de General S.D. Sturgis. Has is in 1975 op 48-jarige leeftijd overleden.
Marius Zwinkels
Marius Zwinkels is geboren op 20 juni 1925 in cafë Zwinkels aan de Pastoor van Haarenstraat 45, dat werd afgebroken in 1975. Op 11 juli 1946 werd Marius opgeroepen voor militaire dienst bij de verbindingstroepen. Op 1 october 1946 is hij als eerste Heise dienstplichtige met de Sloterdijk naar Java vertrokken.
Op 29 november 1949 is Marius teruggekeerd naar Nederland met de Volendam. Marius was heel terughoudend over zijn tijd in Indië, maar op latere leeftijd is hij nog wel eens naar een bijeenkomst van oud-Indiëgangers geweest.
De onderstaande personen zijn ook als dienstplichtig militair in Indië geweest, maar zijn niet in Mariaheide geboren. Ze woonden later wel in Mariaheide.
We houden er rekening mee dat de lijst niet compleet is.
Nr. |
Naam dienstplichtige |
Periode in Indië |
Verblijf |
Adres in Mariaheide |
01 |
Johan van Berkel |
febr.1947 tot mrt. 1950 |
Onbekend |
Eikenwal 7 |
02 |
Jan Caspers |
nov. 1947 tot mei 1950 |
Celebes |
Steenovenstraat 9 |
03 |
Lambèr v. Duijnhoven |
jan. 1947 tot aug. 1948 |
Sumatra |
Duifhuizerweg 12 |
04 |
Jan van Helvoort |
febr. 1948 tot mei 1950 |
Sumatra |
Duifhuizerweg 24 |
05 |
Piet Nooijen |
Jan. 1948 tot mei 1950 |
Java |
Past. van Haarenstr. 49 |
06 |
Jan van Os |
jan. 1948 tot mei 1950 |
Java |
Past. van Haarenstr. 59 |
07 |
Marius Tonies |
mei 1947 tot mei 1950 |
Java |
Duifhuizerweg 13 |
Tot slot nog enkele feiten over de uitzending van dienstplichtigen naar Indië
Een Amerikaanse journalist beschreef het Nederlandse leger in Indië als een ‘wonderlijk’ leger. Tussen depolitionele acties door zag hij veel jonge soldaten in hun vrije tijd bezig met het helpen van lokale mensen. De betrokkenheid met de plaatselijke bevolking was dikwijls groot. De Nederlandse militairen verzorgden gewonden, deelden medicijnen en andere hulpgoederen uit en hielpen verwaarloosde kinderen.
In de gesprekken met familieleden van uitgezonden militairen kwamen we regelmatig op de vraag hoe de ouders de uitzending van hun zoon hadden beleefd. Vaak kregen we te horen dat ze vader en/of moeder nooit hadden zien huilen behalve toen hun zoon naar Indië vertrok. Ze waren bang hem nooit meer terug te zien. Bij thuiskomst van de zoon waren er ook tranen, maar nu van vreugde, omdat hij behouden teruggekeerd was.
Tijdens het verblijf van de militairen in Indië had vrijwel iedere plaats in Nederland een zogenaamd ‘Thuisfront’. Het Thuisfront was een plaatselijke organisatie. Er was ook een landelijke overkoepelende organisatie, die de plaatselijke organisaties adviseerde en bijstond.
Het Heise Thuisfront bestond uit: Piet Dobbelsteen, gemeenteraadslid, Jan van Son, hoofd van de jongensschool, Ties van de Tillaar, Harrie Verkuijlen en Toos Versantvoort, onderwijzeres in Mariaheide. Zij had de coördinatie van het Thuisfront.
Het Thuisfront verzorgde de correspondentie met de uitgezonden militairen. In Veghel werd ook een maandblad met ‘Veghels nieuws’ gemaakt en naar Indië verstuurd. Met Sinterklaas en Kerstmis werden pakjes verstuurd met daarin producten als zeep, tandpasta, tandenborstels en pepermunt. Later lieten de militairen weten met de inhoud van de pakjes erg blij te zijn geweest.
Ook werd er op verzoek van het Thuisfront in de zondagmissen gebeden voor de jongens in Indië.
Wat verder opvalt in de gesprekken die wij met familieleden van de Heise Indiëgangers hebben gehad, is dat er na terugkeer in Nederland door de militairen nauwelijks werd gesproken over de tijd in Indië. Bij sommige militairen was wel sprake van ‘schrikachtig gedrag’ of ‘nachtmerries’, iets wat we nu PTSS zouden noemen.
De reden voor dit collectief zwijgen is onduidelijk. Het kan te maken hebben met de tijdgeest die na de Tweede Wereldoorlog in Nederland heerste: er was geen belangstelling voor wat iemand tijdens de bezetting of tijdens de politionele acties had meegemaakt, alle aandacht ging uit naar de wederopbouw van het land.
Daarnaast waren de politionele acties internationaal scherp veroordeeld en was de Nederlandse regering gedwongen door de Veiligheidsraad van de nog jonge Verenigde Naties, tot de soevereiniteitsoverdracht aan de regering van de Republik Indonesia. Misschien heeft dat voor veel Indiëgangers als een nederlaag gevoeld.
De publieke opinie over de politionele acties veranderde ook in de loop der jaren. In de jaren 50 bestond nog het beeld dat de dienstplichtigen buiten hun schuld waren beland in een guerrilla-oorlog, die niet te winnen was. In 1969 kwamen de eerste verhalen naar buiten over wat zich werkelijk had afgespeeld in Indië. Daaruit bleek dat er zowel door de Nederlandse als de Indonesische militairen mogelijk oorlogsmisdaden waren begaan. De politionele acties werden steeds vaker gezien als een oorlog tussen Nederland en de Republik Indonesia, waarin Nederland met geweld de voormalige kolonie probeerde terug te winnen. Zwijgen is dan een manier om ongemakkelijke gesprekken uit de weg te gaan.
Wanneer u na het lezen van dit artikel over de Heise Indiëgangers nog opmerkingen of aanvullende informatie heeft, dan is het Hei’s Archief daarin zeer geïnteresseerd. U kunt uw opmerkingen of informatie aanleveren via of in het Koetshuis op donderdagochtend tussen 9.30u en 11.30u.