Dagelijks lezen we in de krant over de film “De bende van Oss”. Het is zeer de moeite waard om deze te gaan zien. Zeker omdat hij grotendeels in deze regio en in onze ‘eigen taal’ is opgenomen en daarom zo herkenbaar is. Het is nu al een kassucces, maar het waarheidsgehalte is ook een groot punt van discussie. Deze week werd er zelfs een Brabants Dagbladdebat aan gewijd. Reden te meer om weer eens terug te grijpen naar het hoofdstuk Het kan gebeuren….ook in De Hei in ons eeuwboek.
In de nacht van 16 op 17 maart van het jaar 1934 sloeg deze Bende van Oss ook toe in ons dorp. Tinus Schepers en zijn vrouw Adriana( roepnaam: spreek uit Jónt), woonachtig in het huis waar nu cafetaria Smulders gevestigd is, werden ’s nachts om drie uur bruut overvallen door een vijftal boeven, die op de fiets de hele regio afstroopte. Betrokken bij deze overval waren d’n Peer (P.de Bie), d’n Brus (L.vd Heuvel), d’n Ceel (J. Ceelen), d’n Dikke Toon de Soep (A. Hendriks) en de Sijp (L. de Vos).
D’n Ceel
Over d’n Ceel (zijn alter ego heeft in de film trouwens een andere naam) lazen we onlangs in de krant dat hij vroeger een gevierde wielrenner was en dat hij het ver had kunnen brengen in de sport, ware hij niet op het criminele pad geraakt. Al vroeg was hij het spoor bijster. Hakte zijn vinger eraf om veel geld op te strijken van verzekeringsmaatschappijen. In 1932 vermoordde hij de kastelein Jan vd Pas in Berghem, omdat hij heimelijk een relatie onderhield met zijn vrouw Janske vd Pas. In de nacht na zijn verjaardag werd vd Pas van achteren neergeschoten op een weiland achter zijn huis. De jaren erna pleegde Jan Ceelen nog veel roofovervallen. Maar hoe liep het nu af met de 'gekke Ceel' , zoals hij in zijn kringen werd genoemd?
Pas in 1935 werd hij opgepakt en uiteindelijk veroordeeld tot 18 jaar gevangenisstraf. Interessant is het te lezen wat hij later in het gevang vertelt : “Wat waren we toch eigenlijk naïef in onze misdaad. Dat ontdek ik nu ik misdaadromans lees. Wat hadden we veel kunnen bereiken als we beter georganiseerd waren geweest, gezien het lef dat we hadden ! En wat heb ik me vaak vrolijk gemaakt over de domheid van de dorpspolitie .” In de gevangenis overpeinsde de Ceel ook: “Afgezien van het zondige ervan natuurlijk, is het ook zo dom om misdadiger te zijn; je wint er zo weinig mee en je zit de beste dagen van je leven in de gevangenis.” Toch leest men in zijn gestichts-strafregister dat men in zijn cel gevonden heeft: de helft van een grote kleermakersschaar en een moersleutel. Beide nogal geschikt om dienst te bewijzen bij een uitbreekpoging!
Gelet op de datum van aanhouding en de totale straf van 18 jaar zou Ceelen op 27 maart 1947 voorwaardelijk in vrijheid zijn gesteld (2/3 van 18 jaar). Johannes Petrus Ceelen, geboren op 19 april 1912 te Oss, overleed op 1 januari 1992 in de leeftijd van 79 jaar te Kerkrade.
Overval op de Eierbond
tinusD'n Ceel kwam dus in 1934 samen met zijn maten naar De Hei om de secretaris van de Eierbond Tinus Schepers te overvallen. ’s Nachts om 3 uur werd Jónt wakker en waarschuwde haar man. Drie mannen, die via het raam naar binnen waren geslopen kwamen gemaskerd de slaapkamer binnen en wierpen de vrouw een deken over het gezicht en knepen haar keel dicht. Tinus moest mee om met zijn sleutel de brandkast open te maken. Tinus had vaak veel geld in huis om de boeren uit te betalen, die bij hem hun eieren leverden. De buit bedroeg maar liefst 1600 gulden, voor die tijd veel geld. Het grootste deel was van de Eierbond, maar ook geld van Tinus zelf en van de beugelclub zat erbij. (foto: Tinus en zijn vrouw Adriana Schepers)
Nu hadden de daders deze keer de pech dat de marechaussee een schrandere politiehond had, die de dader aanwees. Wat was er namelijk aan de hand? De rovers hadden vóór de overval hun fietsen verstopt een eind van de boerderij in de bosjes. Maar in alle consternatie was daar na afloop een sok in de struiken achtergebleven. De politiehond kreeg daar letterlijk ‘lucht van’ en wees d’n Dikke Toon de Soep aan als eigenaar van de sok !
Tijdens één van een reeks rechtszaken in het najaar van 1935 werd ook de overval op Tinus en Jónt behandeld . Er was veel belangstelling op de publieke tribune. In het boek Maria-Heide Een kleine honderd jaar staat een uitgebreid verslag van de rechtszaak te lezen. Bang voor het geweld van de Bende van Oss vroeg meester Versantvoort een wapenvergunning aan en haalde zijn herdershond Herta in huis om de schoolmeesterswoning te bewaken.
foto's: Boven: De politiehond is op zoek naar sporen. Onder: De marechaussee is bezig met het onderzoek. Door de criminaliteit in en rond Oss werd in die jaren extra marechaussee ingezet.