In dit artikel besteden we aandacht aan de actualiteit van 100 jaar geleden. Toen sloeg de Spaanse griep net zo genadeloos toe als het Coronavirus nu. Er stierven wereldwijd in 1918 en 1919 tussen de 20 en 50 miljoen mensen aan deze ‘windvlaag des doods’. Ook in Mariaheide overleed tenminste één persoon aan de Spaanse griep.
Waar de Spaanse griep is ontstaan, is onduidelijk. Kranten in Spanje berichten in 1918 als eersten over ‘de nieuwe ziekte’, omdat hun koning besmet raakt en met hem nog acht miljoen anderen. De Spaanse griep is dus genoemd naar het land dat als eerste over de ziekte rapporteert. Vanaf 1918 zijn er drie griepgolven, waarvan de tweede de meeste slachtoffers maakt.
Amerikaanse militairen met mondkapjes in Seattle in 1918 (Bron: Influenza archive.org)
Over het ontstaan van het virus zijn verschillende theorieën. De meest waarschijnlijke theorie is dat de Spaanse griep eind januari 1918 is ontstaan in het Amerikaanse Haskell County in de staat Kansas. Daar constateert een arts een nieuw soort griep, waarmee vooral jonge mannen en vrouwen besmet raken en overlijden. Heel anders dan bij een normale griepuitbraak, waarbij ouderen en kwetsbaren vaak het slachtoffer worden. Zieken krijgen last van koorts, hoesten, spierpijn en keelpijn. Daarna treedt een longontsteking op, die vaak dodelijk is.
Later raken ook militairen in het nabij gelegen Camp Funston besmet met de nieuwe griepvirus. In dit kamp worden jonge mannen klaargestoomd voor de oorlog in Europa.
Dat de Spaanse griep zo wereldwijd verspreid wordt, heeft vrijwel zeker met de Eerste Wereldoorlog te maken. Deze ‘Groote Oorlog’ begint in 1914 en eindigt op 11 november 1918 met een wapenstilstand. De beelden uit deze oorlog spreken voor zich, loopgraven vol met militairen die onder erbarmelijke omstandigheden een paar kilometer land veroveren en dat vervolgens weer moeten prijsgeven. Er vallen miljoenen doden, waardoor voortdurend nieuwe troepen worden aangevoerd om de gesneuvelden te vervangen.
Amerikaanse militairen in een loopgraaf
Daarnaast slaan veel burgers uit de oorlogvoerende landen op de vlucht. Ook in Nederland waren verschillende opvangkampen voor vluchtelingen uit België, zoals het vluchtelingenkamp Vluchtoord in Uden.
De Spaanse griep reist mee met Amerikaanse militairen naar het Europese vasteland. Het legerkamp Etaples in Frankrijk wordt als een belangrijke schakel in de verspreiding van het griepvirus door Europa gezien. De omstandigheden in dit kamp zijn ideaal voor verdere verspreiding van de Spaanse griep. Verzwakte soldaten, gewonden en zieken, die terugkomen van het front in Noord-Frankrijk en België worden opgevangen in het overbevolkte kamp. Vanuit Etaples vertrekken vervolgens nieuwe soldaten naar het front en zo wordt het virus verder verspreid. Daarnaast werken er veel burgers uit de omgeving in het kamp, die het virus ‘mee naar huis nemen.’
Ook de Duitse vijand krijgt met de Spaanse griep te maken. De uitgeputte soldaten in de loopgraven zijn uiterst vatbaar voor het nieuwe virus.
In de veldkeukens staan bacon, eieren en kippenvlees op het menu, waarvoor levende varkens en kippen worden gehouden. Het is dan nog niet bekend welke rol varkens en pluimvee spelen in het ontstaan en verspreiding van een griepvirus.
Britse militairen plukken kalkoenen in het legerkamp Etaples (Bron: Imperial War Museum)
In mei 1918 verschijnen er voor het eerst berichten in Nederlandse kranten over een nieuwe ziekte die in Spanje snel om zich heen grijpt en waaraan mensen overlijden. De berichten krijgen echter veel minder aandacht dan de uitvoerige verslagen over de oorlog.
Als de Spaanse griep Nederland bereikt, betreft het in eerste instantie een milde vorm. In de zomer van 1918 blijkt er toch wel sprake te zijn van een epidemie. De griep verspreidt zich snel doordat Nederlandse militairen zijn gemobiliseerd en overal in het land worden ingekwartierd. Verder begint het binnenlands toerisme op gang te komen en vestigen fabrieksarbeiders zich steeds meer in de buurt van grote fabrieken, waardoor de steden dichtbevolkt raken.
In het najaar van 1918 neemt de Spaanse griep een veel ernstiger vorm aan. Tieners en jonge volwassenen worden getroffen door de ziekte, die begint als griep. Na enkele dagen ontstaat echter een longontsteking die zorgt voor zuurstofgebrek en ademhalingsproblemen. Er is geen antibiotica en dus zijn zieken aangewezen op vers fruit of een oud huismiddel als het inzwachtelen van de borst.
Dat jonge mensen onevenredig hard door het virus worden getroffen heeft te maken met hun immuunsysteem. De meesten zijn weliswaar in hun jeugd in aanraking geweest met een griepvirus, maar dit virus is niet verwant aan de Spaanse griep. Daardoor hebben jonge mensen onvoldoende antistoffen in hun bloed om de Spaanse griep met succes te kunnen doorstaan. Kinderen en ouderen zijn op jonge leeftijd wel met een griepvirus, dat verwant is aan de Spaanse griep, besmet geraakt en hebben daardoor de juiste antistoffen.
Een voorbeeld van een advertentie voor Abdijsiroop
Zoals altijd proberen mensen besmetting te voorkomen. In de kranten verschijnen advertenties waarin abdijsiroop, mentholtabletten en alpenthee worden aangeprezen om besmetting met de Spaanse griep te voorkomen. Een fabrikant uit Oss stelt dat het dragen van degelijk ondergoed de kans op besmetting kan verkleinen en toevallig heeft hij een grote voorraad liggen.
In Drenthe, waar de leefomstandigheden voor de veenarbeiders slecht zijn, vallen veel slachtoffers, maar ook in Brabant is men beducht voor de Spaanse griep. Zo staat in de Udensche Courant van 20 juli 1918 een bericht van de regeringscommissaris Vluchtelingen Noord-Brabant en Zeeland met richtlijnen om verspreiding van de Spaanse griep in Vluchtoord tegen te gaan. “Het beste voorbehoedmiddel is een ruime luchtverversing; daartoe zullen de barakchefs moeten zorgdragen, dat de luchtkappen op de barakken zoveel mogelijk openblijven. Een ieder wordt in zijn eigen belang bij het waarnemen van verschijnselen deze ziekte (hoofdpijn, keelpijn, pijnlijke ledematen, koorts) onverwijld geneeskundige hulp in te roepen.”
De ziekenbarak in Vluchtoord
Desondanks worden 1500 mensen ziek en overlijdt er één persoon in Vluchtoord. Dat zorgt er overigens wel voor dat er een soort groepsimmuniteit ontstaat in Vluchtoord, want bij de tweede griepgolf in het najaar van 1918 is het aantal besmettingen een stuk lager.
Begin augustus laat de Minister van Binnenlandse Zaken weten dat het beter is om ‘volksophoopingen’ te vermijden. Later die maand worden de scholen in Uden enige tijd gesloten.
Bij de tweede Spaanse griepgolf in oktober 1918 verschijnen er verontrustende berichten in de Udensche Courant. Er raken 1600 mensen in de omgeving van Uden besmet en de doodsklokken luiden iedere dag en vaak nog meermaals per dag. Veel Udense families verliezen gezinsleden door de Spaanse griep. Tussen 9 oktober 1918 en 9 november 1918 vallen er 130 doden te betreuren. Half november lijkt het weer beter te gaan en in december bericht de Udensche Courant “Is de Spaansche griep alhier geweken, thans heerscht deze op onrustbare wijze in Veghel. In de afgeloopen week kwamen aldaar een vijftiental sterfgevallen voor.”
In Mariaheide is tenminste één persoon overleden aan de Spaanse Griep. Wilhelmus van Lieshout overlijdt op 33-jarige leeftijd aan de ziekte. Er overlijden in het najaar van 1918 meer jonge mensen, maar van hen is niet duidelijk of zij aan Spaanse griep zijn overleden of dat hun overlijden een andere oorzaak heeft.
Bericht uit het Eindhovensch Dagblad van 16 november 1918 waarin het overlijden van Wilhelmus van Lieshout wordt vermeld
Tot slot, in een oude aflevering van ‘Andere Tijden’ uit 2001, wordt aan viroloog Ab Osterhaus gevraagd of er nog ooit een dergelijke virusuitbraak als bij de Spaanse griep zou kunnen plaatsvinden. Osterhaus antwoordt dat het heel goed mogelijk is dat er binnen afzienbare tijd een nieuw griepvirus zich over de wereld verspreidt en veel slachtoffers maakt. Intussen is duidelijk dat we honderd jaar na de Spaanse griep opnieuw te maken hebben met een ‘windvlaag des doods’ en zien we Ab Osterhaus bijna dagelijks terug in talkshows om de gevolgen van het Coronavirus toe te lichten.