Op 27 april 1888 trouwt Toon van Asseldonk(1860-1941) met Sijn van Boxtel(1866-1959) uit Uden. Zij gaan wonen op de ouderlijke boerderij van Toon op de huidige Voorhei 2 in Maria-Heide, toen nog de Veghelse Hei genoemd.
In januari 1889 wordt hun oudste dochter Jans geboren. Daarna zullen nog zeventien kinderen volgen. Het jongste kind wordt in 1908 dood geboren. Sijn is dan 42 jaar oud. Een ander kind wordt slechts anderhalf jaar oud. Er blijven dus zestien kinderen over, acht meisjes en acht jongens, en die moeten allemaal aan het werk worden gezet op de boerderij of in het voorhuis.
Al vele jaren daarvoor hebben zowel Toon als zijn vader Jan van Asseldonk diverse percelen heidegrond op de Erpse Hei gekocht van de gemeente Veghel. Met het ontginnen van die gronden en daarnaast het bewerken van de boerderij worden de jongens aan het werk gehouden.
Anders was het met de meisjes, voor hen moest ook nuttig werk worden gezocht. In die tijd is het gebruikelijk dat meisjes al vanaf hun 18de jaar een poffer dragen. Een poffer is een soort hoefijzervormige kunstbloemenkrans met linten en is onderdeel van de Brabantse klederdracht. Als je enkele handige dochters hebt, kun je die poffers zelf maken. Niet alleen voor henzelf, maar ook voor andere mensen in de omgeving.
In 1913 zijn Toon en Sijn 25 jaar getrouwd en ter gelegenheid daarvan wordt bovenstaande foto gemaakt. Vijf van de dochters dragen evenals hun moeder, een poffer.
V.l.n.r. zittend Ant (20 jaar), Jans (24 jaar), moeder Sijn (47 jaar), Trien (19 jaar), Dina (23 jaar), en tenslotte Bet (22 jaar).
Meisje met een kindermuts
Voorbeeld van een rouwpoffer
Daarnaastzegt de poffer iets over de status van de draagster. Hoe groter het aantal bewerkingen met bloemen en linten, hoe hoger de status van de draagster. De kostprijs van een poffer is tussen de 20 en 35 gulden, een rouwpoffer kost 15 gulden, inclusief materialen.
Wanneer een poffer klaar is, wordt deze door één van de zonen van Asseldonk te voet en later per fiets thuis afgeleverd.
Vooral dochter Dina van Asseldonk is bedreven in het maken van poffers. Maar ook haar zusters Bet en Mart hebben tot hun huwelijk poffers gemaakt.
In het Poffer Museum in St. Oedenrode is de hiernaast afgebeelde poffer van Dina te bezichtigen.
Dina van Asseldonk, de belangrijkste poffermaakster van de familie Van Asseldonk
We bespreken nu uitsluitend de Oostbrabantse poffer. Elk dorp of stad heeft wel één of meerdere plaatsen waar poffers gemaakt worden. Iedere maakster heeft haar eigen stijl en die is voor kenners altijd direct herkenbaar. Ook per streek zijn er weer verschillende typen poffers. Zo zijn er duidelijke verschillen tussen de poffers in Oost- en West-Brabant, de Kempen en de Meierij. Zie voorbeelden hieronder.
![]() |
![]() |
Een poffer uit Helvoirt | Een poffer uit Enschot |
![]() |
![]() |
Een poffer uit Zeeland | Een poffer uit Neerkant |
Een poffer uit Berlicum
Door het grote gezin en de poffermakerij wordt de boerderij van Toon en Sijn te klein. In 1919 als de poffermakerij steeds meer ruimte vergt, wordt de langgevelboerderij verbouwd tot het huidige L-vormige model. Achter de twee ramen op de hoek worden de poffers gemaakt. Ook het zoldergedeelte, de slaapgelegenheid voor het grote gezin, wordt daardoor aanzienlijk groter.
De boerderij van de familie Van Asseldonk na verbouwing
De pofferactiviteiten worden flink uitgebreid en zijn ook zeer lucratief. De kant en de luxe stoffen worden ingekocht in Brussel. Toon van Asseldonk schijnt eens gezegd te hebben: “In het voorhuis wordt meer verdiend dan in het achterhuis.”
In de Veghelse Courant van 1922 en 1923 zien we de volgende advertenties:
Dat in de jaren dertig van de vorige eeuw de poffer steeds minder gedragen wordt, kunnen we zien op de foto van het gouden huwelijksfeest van Toon en Sijn van Asseldonk in april 1938. Na de jubileummis is de foto hieronder op de speelplaats van de toenmalige meisjesschool in Maria-Heide gemaakt.
Naast moeder Sijn dragen nog slechts drie vrouwen een poffer. Links schoondochter Hanne van Asseldonk-de Mol, achter Sijn, dochter Dina Bekkers-van Asseldonk en rechts schoondochter Martina van Asseldonk- van Kessel.
Eén dochter staat niet op de foto namelijk Trien, zij is ingetreden bij de Birgittenessen in Uden als zuster Lucia en mag als slotzuster niet bij dit feest aanwezig zijn.
Een kleindochter van Toon en Sijn, Tonny van Kleef, heeft zich later als hobby ook nog bekwaamd in het maken van poffers. Zij heeft voor elk van haar dochters een poffer gemaakt.
Sijn van Asseldonk in de jaren vijftig met links dochter Mart en rechts de jongste dochter Cisca. Sijn draagt hier een doordeweekse gazen muts.
Een ingekleurde ansichtkaar met Brabants vrouwen met poffers
De poffer was in de mode tussen 1870 en 1940. Daarna verdween de muts geleidelijk uit het straatbeeld. Na 1960 werd de poffer alleen nog gedragen bij nostalgische boerenbruiloften en andere folkloristische feesten.
Aanvullende gegevens en foto’s zijn uit het boek “Brabantse mutsen uit grootmoederstijd” van August van Breugel.